De acht kinderen Maren, Martin, Marte, Mads, Mona, Milly, Mina en Morten zijn met hun ouders en oma verhuisd van het piepkleine appartement in de stad naar een knus, rood huis in het bos. Hier is er genoeg ruimte voor iedereen om te spelen, en het blijkt handig om oma in de buurt te hebben. Ze let op de kinderen, verkoopt wafels aan passerende skiërs en bemiddelt tussen haar eigen lokale ridders en de aanvallende indianen uit Tiriltoppen.